Challengeplan



Naam: Niels Anker
Studentennummer: 471387
Klas: ALO 2B
Datum: 12-09-2024
Challenge begeleider : D.J. van der wal



Inhoudsopgave:

Inleiding
Zelfanalyse 
Werkveldanalyse voordat stage bekend was
Werkveldanalyse nadat stageplek bekend was
Reflectie
Feedback
Literatuurlijst



Inleiding:

De bedoeling van opdracht ‘datapunt 1’ is, dat je weet hoe je op je stageschool goed kunt beginnen, maar ook hoe je ervoor kunt zorgen dat je op de ALO een goede start maakt. Daarom zijn er een aantal activiteiten waar we graag aandacht aan willen besteden. Activiteiten waarmee je je onderzoekend vermogen ontwikkeld, maar waarmee je ook sterker gaat staan in je professionele identiteit en in samenwerking met anderen.

Voordat ik een werkveldanalyse had gemaakt was ik begonnen met een zelfanalyse te maken.



Zelfanalyse:

In het afgelopen jaar heb ik voor het eerst kennis mogen maken met het beroep als sportleraar. Doordat ik verscheidene stages heb doorlopen, heb ik een rugzak vol met ervaringen opgebouwd. Zo heb ik met sportdocenten mee mogen lopen binnen het BO, VO, SO en MBO. Daarnaast heb ik een half jaar lessen mogen verzorgen binnen het BO. In deze tijd heb ik mijzelf ontwikkeld tot de sportdocent wie ik nu ben.

Ik heb mijzelf voornamelijk ontwikkeld in het structuur aanbieden en veiligheidsregels nastreven. Dit komt mede doordat ik samen met Thomas Blok in semester 2 stage liep bij de kleuterklassen. Hierbij komt veiligheid en structuur op 1.

Buiten de gymzaal heb ik mijzelf ook ontwikkeld! Naast dat ik meer kennis heb gekregen omtrent het beroep als sportleraar (BOK 1) en de ontwikkeling van het kind, biomechanica en theorieën over hoe motorisch leren (BOK 2), heb ik ook veel met mijn stagebuddy Thomas Blok samengezeten buiten schooltijd om elkaar te helpen. Wij streefden er allebei naar om onze leerdoelen te behalen! Wij vulden elkaar hierin goed aan.



Wat is nou een sportleraar?

Ik zou mijzelf willen bekwamen tot sportdocenten die veel impact op mij hebben gemaakt. Zo vind ik het belangrijk dat een sportdocent zich opstelt als rolmodel en een voorbeeld voor zijn omgeving. Iemand die zelfvertrouwen wil meegeven aan zijn leerlingen en eenieder maximaal wil ontwikkelen. Volgens (Wat Zijn de Uitgangspunten Voor het Beroepsprofiel?, z.d.) moet een sportleraar aantoonbaar voldoen aan volgende bekwaamheidseisen:

  • Vakinhoudelijk bekwaam
  • Vakdidactisch bekwaam
  • Pedagogisch bekwaam

Figuur 1, Brede professionele basis (onderwijscoöperatie 2014)


Op de Hanze Hogeschool te Groningen leren wij dat een sportleraar moet voldoen aan 6 verschillende bekwaamheden. In dit semester moet ik als sportleraar de volgende bekwaamheden kunnen aantonen:

Professionele identiteit: De sportleraar geeft op een systematische wijze sturing aan zijn eigen professionele identiteit op basis van reflectie en kennis en ervaringen van anderen en draagt op deze wijze bij aan de ontwikkeling van zichzelf en de directe, professionele omgeving

Vakmatige ontwikkeling m.b.t. onderzoekend vermogen: De sportleraar voert onderzoek uit in zijn beroepssituatie op basis van de interventiecyclus. Hij doorloopt, onder begeleiding en binnen gegeven kaders, de interventiecyclus of delen ervan en maakt daarbij gebruik van deels aangereikte theorieën om tot verbeteringen te komen. Dit proces voert hij op systematische en navolgbare wijze uit.

Samenwerking met collega’s en omgeving: De sportleraar neemt samen met collega’s verantwoordelijkheid voor het leerklimaat binnen de vaksectie. Hij draagt bij aan positieve en productieve werkverhoudingen in de vaksectie.

Vakinhoudelijk: De sportleraar plant, realiseert, verantwoordt en evalueert onder begeleiding en vanuit een gegeven kader, een ontwikkelingsgerichte leeromgeving in bewegingssituaties. Dit doet hij op basis van een aangereikt kader dat gaat over de visie op het vak en over inzichten en ontwikkelingen op het gebied van bewegen en sport.

Pedagogisch: De sportleraar realiseert, binnen gestelde kaders en onder begeleiding, een veilige en ontwikkelingsgerichte leeromgeving voor leerlingen zodat leerlingen zich sociaal-emotioneel en moreel verder ontwikkelen, waarbij de sportleraar rekening houdt met diversiteit en aandacht schenkt aan zelfvertrouwen en een actieve leefstijl.

Vakdidactisch: De sportleraar realiseert onder begeleiding beweegprogramma’s passend bij het leerplan van de vaksectie en het onderwijskundig beleid van de school.

Figuur 2, Growth mindset



Wie ben ik als sportleraar?

Met mijn rugzak vol ervaring kan ik stellen dat ik een beginnende sportleraar ben. Mijn action type is ESTP. Jongeren kunnen profiteren van mijn action type doordat ik ze kan stimuleren. Ik zou herinnerd willen worden door leerlingen als een vertrouwenspersoon en een rolmodel. Betrokkenheid en flexibiliteit zijn 2 eigenschappen die mij het meest vertalen als sportleraar.

Wanneer ik een sportleraar moet vertalen in 3 woorden die ik zelf belangrijk vind zijn dat vertrouwen, respect en principes. Dit zou ik dus zelf ook willen nastreven. Nu heb ik een vraag gesteld aan klasgenoten die mij van dichtbij hebben zien lesgeven. Ik vroeg aan hun wat 3 woorden zijn die mij momenteel vertalen als sportleraar.

Tessa Enninga:

Gedreven

Fanatiek

Structuur

Thomas Blok:

Duidelijk

Bedachtzaam

Leergierig

Maud Geerdink:

Ondernemend

Enthousiast

Creatief

Bas Gierman:

Betrokken

Zorgvuldig

Passie



Om meer zicht te krijgen in hoe ik er momenteel voor sta als sportleraar heb ik mijzelf meerdere vragen gesteld. Dit omtrent de 6 verschillende bekwaamheden die we vanuit de Hanze Hogeschool meekrijgen:

Bekwaam in professionele ontwikkelen (professionele identiteit)

Hoe heb jij jezelf hierin ontwikkeld afgelopen schooljaar?

Mijn persoonlijke leerdoel vanuit semester 1 richting semester 2 was om mijn valkuilen en kwaliteiten nog meer bespreekbaar te maken met mijn omgeving. Ik ben hier actief mee aan de slag geweest. Nu merkte ik dat dit gemakkelijk ging met Thomas Blok (stagebuddy). Dit komt waarschijnlijk doordat Thomas en ik al een goede band met elkaar hebben. Ik heb mijn valkuilen en kwaliteiten ook bespreekbaar gemaakt met mijn stagecoaches van destijds. Na de eerste stagedag hadden wij het vooral over mijn kwaliteiten. Ik pak graag het initiatief en ik ben iemand die eerlijk is.

Ik vind dat ik mijzelf nog meer heb ontwikkeld in het realiseren van leerdoelen. Om mijn leerdoelen te behalen ben ik veel in gesprek geweest met mijn stagebegeleiders. De feedback die ik op mijn leerdoelen kreeg ben ik actief gaan verwerken in de praktijk. Dit met resultaat voor mijn ontwikkeling als sportleraar.

Wat ging er afgelopen schooljaar goed?

Ik kwam elke stagedag voorbereid aan. Ik hield mijn stagebegeleiders altijd op de hoogte van wat er vanuit school werd verwacht. Ook stond ik open voor feedback en er werd de gehele jaar tijdig gecommuniceerd met mijn stagebegeleiders.

Waar was je minder tevreden over?

Ik ben van mening dat ik nog meer had mogen reflecteren op mijn eigen ontwikkeling. Nu is het zo dat ik mijn stagebegeleider de ontwikkelingsformulieren heb in laten vullen, alleen is dit niet optimaal nabesproken. Wel kreeg ik vaak de opmerking van mijn stagebegeleider dat zij progressie ziet in mijn ontwikkeling als sportleraar. Ik had dit toch nog meer bespreekbaar willen maken.

Op welke manier ga jij jezelf verder ontwikkelen?

Waarin ik mijzelf nog meer wil ontwikkelen is, om nog meer te reflecteren op mijn eigen ontwikkeling. Ik wil mijn eigen ontwikkeling nog meer in kaart brengen door mijn stagebegeleider vaker een ontwikkelingsformulier in te laten vullen.



Bekwaam in vakmatige ontwikkeling o.b.v. onderzoekend vermogen

Hoe heb jij jezelf hierin ontwikkeld afgelopen schooljaar?

Ik heb mijzelf ontwikkeld in het maken van een analyse. Ik had nog nooit een analyse geschreven. De analyse die ik heb geschreven afgelopen semester zou vast niet perfect zijn. Alleen doordat ik er nog geen ervaring in had ben ik nu wel bewuster geworden wat een analyse inhoudt.

Ook had ik nog geen ervaring in het voorbereiden en geven van een workshop. Ik heb mijzelf hierin ontwikkeld, doordat ik nu precies weet waaraan een workshop moet voldoen en hoe je een workshop vormgeeft.

Wat ging er afgelopen schooljaar goed?

Doordat ik in semester 1 meerdere evaluaties heb geschreven had ik al enige idee hoe ik in semester 2 de evaluaties wilde schrijven. Ik vind dat ik duidelijke evaluaties heb geschreven waarin mijn leerdoelen telkens naar voren kwamen.

Waar was je minder tevreden over?

Waar ik minder tevreden over ben ik is de literatuur wat ik heb gebruikt voor mijn workshop. Ik heb vanuit 1 bron alle informatie gebruikt. Nu is het zo dat ik van tevoren dacht dat dit genoeg relevante informatie zou bevatten. Ik kreeg vanuit de feedback vaak de opmerking dat ze nog uitgebreidere informatie wouden omtrent het onderwerp. Ik had achteraf meerdere literatuur mogen gebruiken voor mijn workshop.

Op welke manier ga jij jezelf verder ontwikkelen?

Waarin ik mijzelf nog meer in wil verbeteren is, om meerdere relevante bronnen te gebruiken. Zo kan ik de bronnen met elkaar vergelijken en kan ik de belangrijkste informatie verwerken. Ook kan ik dan meer informatie verwerken.



Bekwaam in samenwerken met collega’s en de omgeving

Hoe heb jij jezelf hierin ontwikkeld afgelopen schooljaar?

Ik heb mijzelf ontwikkeld in het samenwerken met mijn stagebuddy. Wij konden goed op elkaar inspelen op de kwaliteiten en valkuilen van elkaar. Ik merkte wanneer je op iemand anders kwaliteiten en valkuilen kunt inspelen dat dit te goede gaat aan de resultaten die je levert.

Wat ging er afgelopen schooljaar goed?

Ik vind dat ik goed heb bijgedragen aan een veilige werksfeer, doordat ik altijd aan mijn afspraken hou. Verder heb ik gezorgd voor een duidelijke communicatie met mijn omgeving. Hierdoor kon ik dit ook terugverwachten van mijn stagecoach en stagebuddy.

Waar was je minder tevreden over?

Tijdens mijn stagedagen heb ik naar mijn gevoel toch weinig rekening gehouden met de kwaliteiten en valkuilen van mijn stagebegeleider. Ik had wel enige idee wat de kwaliteiten en valkuilen zouden kunnen zijn van mijn stagebegeleider, maar wij zijn niet in gesprek geweest omtrent dit onderwerp.

Op welke manier ga jij jezelf verder ontwikkelen?

Waarin ik mijzelf nog meer in wil verbeteren is, om mijn kwaliteiten en valkuilen als lesgever beter bespreekbaar te maken met mijn stagebegeleider. Ook wil ik duidelijk weten wat zijn/haar kwaliteiten en valkuilen zijn, zodat ik daar rekening mee kan houden tijdens mijn lessen.



Vakinhoudelijke bekwaamheid

Hoe heb jij jezelf hierin ontwikkeld afgelopen schooljaar?

Mijn lessen heb ik inhoud gegeven door actuele (wetenschappelijke) kennis. Ik heb mij hierin ontwikkeld doordat ik nu altijd het SLO bekijk wat daarin staat omtrent het betreffende onderwerp.

Wat ging er afgelopen schooljaar goed?

Wat ik goed vond gaan is dat ik altijd rekening heb gehouden met de verschillende niveaus in de klassen. Hierdoor stemde ik mijn lesinhoud altijd af op het motorische beweegniveau van de leerlingen. Ook vond ik het goed gaan dat de relevantie van mijn lesinhoud gerelateerd was op iets wat de leerlingen leuk vinden en hun motorische ontwikkeling. Doordat ik de schrijf van 10 gebruikte in mijn lessen, kregen de leerlingen een brede sport en beweeg aanbod.

Waar was je minder tevreden over?

Waar ik minder tevreden over ben is dat ik de resultaten van de lessen niet met de leerlingen heb besproken. Daaruit zou ik zelf ook waardevolle informatie kunnen krijgen. Het is natuurlijk belangrijk om te weten hoe de leerlingen de les hebben ervaren.

Op welke manier ga jij jezelf verder ontwikkelen?

Waarin ik mijzelf nog meer in wil verbeteren is, om de resultaten van de les met de leerlingen te bespreken. Ik wil hieruit waardevolle informatie krijgen hoe de leerlingen de les hebben ervaren.



Pedagogische bekwaamheid

Hoe heb jij jezelf hierin ontwikkeld afgelopen schooljaar?

Ik heb mijzelf hierin ontwikkeld door meer complimenten te geven aan de leerlingen. De complimenten zijn gericht op eenieder zijn individuele kwaliteiten. Dit met als resultaat dat er een veilige sfeer werd gecreëerd dat eenieder op zijn of haar eigen niveau kan en mag sporten.

Ook heb ik mijzelf ontwikkelt in het toepassen van de escalatieladder. Dit met als resultaat dat er een duidelijke en veilige structuur is tijdens mijn les. Ik ga nu bewuster om met situaties om waarin ‘fout’ gedrag wordt vertoond.

Wat ging er afgelopen schooljaar goed?

Wat ik vooral goed vond gaan was dat ik het DIM model op de juiste wijze heb kunnen toepassen. Door al mijn trainerservaring hield ik hier onbewust al rekening mee. Nu ben ik er bewust mee bezig geweest. Dit heb ik als zeer fijn ervaren! Ik heb veel maatregelen kunnen nemen op het gebied van klassenmanagement.

Waar was je minder tevreden over?

Tijdens mijn lessen heb ik vaak ongewenst gedrag gesignaleerd, alleen sloeg ik vaak een trede over in de escalatieladder. Ik strafte de leerlingen vaak te zwaar of juist weer te licht. Ik ben hier wel minder tevreden over. Ook omdat elke situatie met een leerling weer heel verschillend kan zijn.

Op welke manier ga jij jezelf verder ontwikkelen?

Waarin ik mijzelf nog meer in wil verbeteren is, om de escalatie op de juiste manier te kunnen toepassen in de les. Dit op de momenten dat er incidenteel ongewenst gedrag wordt vertoond. (Leerling roept door klas, weigert om te werken, stoort de les, zit op de materialen, etc.). Ik wil dus geen trede overslaan en dus een toepasselijke consequentie toepassen.



Vakdidactische bekwaamheid

Hoe heb jij jezelf hierin ontwikkeld afgelopen schooljaar?

Ik heb mijzelf hierin ontwikkeld door bewust les te geven middels het didactische werkschema. Ook heb ik de 6 sleutelbegrippen en de leerhulpen bewust ingezet tijdens mijn lessen. Ik heb mijzelf ontwikkeld in de leerlingen actief te betrekken bij de aangeboden leerstof door bewust complimenteren te geven om ze te stimuleren en motiveren.

Wat ging er afgelopen schooljaar goed?

Wat ik goed vond gaan is dat ik de leerlingen efficiënt hebt gegroepeerd. Ook vind ik dat ik de lessen veilig heb ontworpen. Ik hield hierin al rekening in mijn lesvoorbereidingen.

Waar was je minder tevreden over?

Waar ik minder tevreden over ben is dat wanneer ik de les wou afsluiten dat het soms lang duurde voordat ik de groep efficiënt gegroepeerd had bij de muur.

Op welke manier ga jij jezelf verder ontwikkelen?

Waarin ik mijzelf nog meer in wil verbeteren is, het efficiënt groeperen van de klas wanneer ik de les wil afsluiten. Het duurde soms te lang voordat ik de groep bij de muur had staan wanneer ik wou afsluiten.





Werkveldanalyse voordat stageplek bekend was:

Waarom beginnen aan bewegen en sport binnen het VO?

Volgens (Bewegen en Sport in het Voortgezet Onderwijs, z.d.-b) zal bewegen en sporten de gezondheid verbeteren en zal ook de motoriek verbeteren. Daarnaast draagt het ook bij aan de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling. In de pubertijd verandert het lichaam. Veel pubers moeten wennen aan deze veranderingen. Hoe goed ze in hun vel zitten kan gevolgen hebben aan hun manier van bewegen. Ze kunnen bijvoorbeeld met geboren of neerhangende schouders gaan lopen.

Het blijkt dat de meeste leerlingen gemiddeld 9,7 uur per dag zitten! Slechts 33% van de 12 t/m 17-jarigen haalt de beweegrichtlijnen. Meer bewegen op school verbetert de aandacht en schoolprestaties van leerlingen. Voldoende bewegen en een goede motorische vaardigheid zorgen dat jongeren nu, maar ook op latere leeftijd, lichamelijk actiever en fitter zijn en dus een actieve en gezondere leefstijl hebben. Door leerlingen bewust te maken van hun eigen mogelijkheden en voorkeuren op het gebied van bewegen en sport, is de kans groter dat ze de rest van hun leven met plezier zullen blijven bewegen.

Regelmatig sporten helpt je ook emotioneel in balans te blijven en om psychische klachten, zoals depressiviteit en angstgevoelens te verminderen. Fitte leerlingen lopen minder risico op overgewicht. Leerlingen met een gezond gewicht zitten lekkerder in hun vel en verzuimen minder dan leerlingen met overgewicht. Samen sporten en bewegen, matig intensieve fysieke activiteit en het ervaren van succes hebben een sterk positief verband met mentaal welbevinden. Daarnaast draagt het bij aan de ontwikkeling van sociaal-emotionele vaardigheden, zoals samenwerken, omgaan met tegenslagen en weerbaarheid. Sporten en bewegen is goed voor de sociale contacten.



Wat zijn wettelijk kaders voor de lessen LO binnen het voortgezet onderwijs?

Volgens (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2024) moeten scholen het vak lichamelijke opvoeding elk leerjaar en gespreid over de weken van het schooljaar aanbieden. Verder moeten de scholen zoveel tijd besteden aan het vak als nodig is om aan de inhoudelijke eisen te voldoen. Het gaat om praktische bewegingsactiviteiten en om eisen van kwaliteit, intensiteit en variëteit die concreet in kerndoelen en examenprogramma’s zijn opgenomen. Bij die inhoudelijke eisen gaan we uit van de situatie zoals die op 1 augustus 2005 gold. Gemiddeld komt dit neer op 2,5 lesuren voor vmbo, 2,2 lesuren voor de havo en 2 lesuren voor het vwo. We gaan uit van lesuren van 50 minuten en 40 schoolweken per leerjaar.



Wat komt er kijken bij leerlingen uit het VO?

De fysieke ontwikkeling in de adolescentie:

Volgens (Feldman, 2026, p 425) kan er in de adolescentie de toename in lengte en gewicht zich in een zeer snel tempo voltrekken. Binnen een paar maanden kan een adolescent talloze centimeters groeien. In een periode van 4 jaar ondergaan jongens en meisjes een transformatie, qua fysieke verschijnselen, van kinderen naar jonge volwassenen. Jongens groeien gemiddeld 10,5 centimeter per jaar en meisjes bijna 9 centimeter. Sommige adolescenten groeien wel 12,5 centimeter in één jaar.

De groeispurt begint voor jongens en meisjes niet op hetzelfde moment. Bij meisjes start en eindigt de spurt gemiddeld twee jaar eerder dan bij jongens. Bij meisjes begint het gemiddeld rond hun tiende jaar en bij jongens gemiddeld bij hun twaalfde jaar.


Sociaal en cognitief:

Adolescenten bevinden zich in het formeel-operationele stadium vermeldt (Feldman, 2026, p 455). Het denken komt los van het concrete. Adolescenten gaan logisch denken en kunnen verbanden maken en conclusies trekken. Daarnaast zie in de onderstaande factsheets ook de algemene leerling kenmerken uit alle VO-niveaus.


(Factsheet 1, VWO)



(Factsheet 2, VMBO & HAVO)



Interview leidraad:

  • Op welke momenten is er een samenwerking met collega’s van toepassing binnen ons beroep
  • Hoe kijk jij als stagecoach tegen de samenwerking aan en wat verwacht je van mij?
  • Wat is de visie van de school en waar is de kans om een bijdrage te leveren aan beter onderwijs
  • Zou je ons mee kunnen nemen in de doelgroep waaraan wij les gaan geven
  • Mijn leerdoel is gebaseerd op de motivatie van de leerlingen. Hoe ga jij om met leerlingen die geen motivatie hebben om te sporten en welke strategieën gebruik jij om ze wel te motiveren.
  • Zijn er ook leerdoelen waaraan wij samen zouden kunnen werken.


Waarom is het belangrijk om een interview te verwerken in mijn werkveldanalyse?

Door bovenstaande interview leidraad kan ik erachter komen hoe de samenwerking eruit komt te zien binnen het beroep als sportleraar. Dit zou ik kunnen meenemen voor een later moment wanneer ik zelf in zo’n situatie terecht kom. Ook krijg ik meer inzicht in hoe het in het werkveld eraan toegaat wanneer we spreken over ‘’samenwerken met collega’s’’. Verder is het belangrijk om te weten wat onze stagecoach van ons verwacht. Hieruit zouden wij belangrijke informatie/tips kunnen krijgen. Dit zou ons kunnen helpen aan een goede start van onze stageperiode. Om vragen te stellen omtrent de doelgroep zou ik nog meer informatie kunnen krijgen die ik nog niet wist.



Socialgram groepsdynamiek:

Met een kijk schema groepsdynamiek krijg ik meer inzicht omtrent de klassen waaraan ik les ga geven. Zo weet ik of ik te maken heb met een relatief onrustige klas of juist een relatief ‘makkelijke’ klas. Door inzicht te krijgen hoe de klassen ruimte proberen te nemen tijdens mijn lessen kan ik hierop inspelen in mijn voorbereiding. Ook krijg ik middels dit formulier een duidelijk beeld wat het motief is van de normdrager.



Waarom is het van belang om dit formulier in te vullen?

Door dit formulier in te vullen en erachter te komen wie de normdrager is, zou ik hem vragen kunnen stellen omtrent zijn motieven in de les. Wanneer ik de normdrager gemotiveerd kan maken in mijn les, zou ik de hele klas meer gemotiveerd kunnen maken.





Werkveldanalyse nadat stageplek bekend was:

Wat zijn de doelen/visie waar de school naar toe streeft?

Volgens (Missie, Visie en Kernwaarden - Praedinius Gymnasium, z.d.) wijzen ze op het Preadinius de leerlingen de weg naar kritisch en onafhankelijk denken en begeleiden ze hen op hun weg naar verantwoordelijkheid. Elke leerling die het reguliere vwo-programma aankan is er welkom maar ze willen er juist ook zijn voor de leerling die meer kan. Dat kan op verschillende manieren vorm worden gegeven, zoals verdieping, extra uitdaging, ruimte geven en hulp geven aan deze leerling bij motivatieproblemen.

Het preadinius richt zich op de ontwikkeling van kritische, onafhankelijk denkende en creatieve burgers met een wetenschappelijke oriëntatie. Ze zetten in op ontwikkeling van de docent. Ze stimuleren en steunen de leerlingen en ze leren ze om in het diepe te springen zodat ze verantwoordelijkheid kunnen en willen nemen. Ze bieden basisondersteuning voor elke leerling maar leveren maatwerk voor de leerling die meer kan. 

Het willen leren is een verantwoordelijkheid voor zowel leraar als leerling: de leraar moet in staat zijn de leerlingen op deze weg mee te nemen en de leerling moet de intentie hebben dat hij/zij wil leren.

Klas 1 en 2: Leren leren

In de onderbouw is er aandacht voor ‘leren leren’; er is een programma voor de mentorlessen in de onderbouw en er vindt transfer plaats van de studievaardigheden naar de vaklessen. Het mentoraat moet goed op de kaart staan en dat betekent dat er een duidelijke taakomschrijving van het mentoraat is en scholing voor de mentoren.

Klas 3 en 4: Leren keuzes maken

In de middenbouw staat het leren keuzes maken centraal. Het keuzeproces is in stappen opgebouwd waarbij de leerling wordt geleerd om verantwoordelijkheid te nemen in het keuzeproces. De leerling moet op grond van goede informatie vanuit decanaat, mentoraat, coördinaat en vaklessen komen tot een bewuste keuze van vakken en profielen.

Klas 5 en 6: In breedte ontplooien

In klas 5 en 6 hebben de leerlingen de gelegenheid zich in de breedte te ontplooien. Naast het reguliere programma, dat voorbereidt op het eindexamen, bieden de lessen verdieping, vakoverstijgende verbanden en oriëntatie op wetenschappelijke debatten. Daarnaast wordt gestimuleerd dat leerlingen in de bovenbouw een extra vak volgen, deelnemen aan olympiades en andere wedstrijden en uiteenlopende culturele voorstellingen bezoeken. In klas 4 kunnen leerlingen die daartoe worden toegelaten starten met het Honours Program; binnen dat kader werken excellente leerlingen aan een individueel project waarin ze een examen afleggen dat onder auspiciën van het SHZG wordt afgenomen door de deelnemende zelfstandige gymnasia.

Wat is er bekend omtrent de bewegingsonderwijs?

(Praedinius Gymnasium, 2024) vermeldt dat de op het Praedinius het schooljaar verdeeld in vier periodes. In verschillende periodes heb je meer of minder uren voor een vak. Daardoor is het gemiddeld aantal lesuren per week geen geheel getal. Gemiddeld heeft klas 1 twee uur LO. Klassen 2, 3, 4 en 5 hebben gemiddeld 1,75 uur LO. Klas 6 heeft gemiddeld 1,33 uur LO.

Ook is bekend dat het team van Praednius de 2e plaats op de Athenespelen heeft behaald, een sporttoernooi waarbij scholen door het hele land zich mochten aanmelden en strijden om de wisselbeker. In totaal deden er 28 scholen mee en per school neem je 36 leerlingen mee die je school in verschillende sporten konden vertegenwoordigen vermeldt (Athenespelen 2024 - Praedinius Gymnasium, z.d.).

Algemene informatie

Het Praedinius Gymnasium is een openbare school in het hartje van de stad Groningen. Alle leerlingen zijn bij hun welkom – dus ongeacht hun levensovertuiging. Hun vinden het belangrijk dat leerlingen met verschillende achtergronden leren met respect en begrip met elkaar om te gaan. Leraren en andere medewerkers creëren met leerlingen samen een sfeer van vertrouwen en een gevoel van ‘thuis’ waarin plezier in samen leren en samen werken voorop staat.

Het Praedinius is een gymnasium. Ben je slim en vind je leren leuk, interesseer je je voor taal, cultuur, wetenschap en maatschappelijke vraagstukken, dan ben je op het gymnasium op een goede plek. Ze bieden veel extra’s om je kennis te verbreden en te verdiepen en zorgen ervoor dat er voor iedereen voldoende uitdaging is. Op deze school leren niet alleen leerlingen – ook docenten en andere medewerkers scholen zich steeds bij om beter te worden in hun werk.

Op het Praedinius Gymnasium zitten op het moment ongeveer 780 leerlingen. Die komen niet alleen uit de stad: meer dan een derde van de leerlingen komt van buiten de gemeente Groningen, van Buitenpost tot Bellingwolde en van voorbij Assen. Er werken ongeveer 70 docenten met ondersteuning van 20 medewerkers. Een school met meer dan 800 mensen lijkt misschien groot, maar dat valt mee: voor een middelbare school zijn ze klein en overzichtelijk. Iedereen kent snel iedereen. We zijn gehuisvest in twee gebouwen aan weerszijden van de Stadsschouwburg: Turfsingel 82 en Kruitlaan 11. Ondanks de afstand ertussen zijn de twee gebouwen samen duidelijk één school vermelt (Praedinius Gymnasium, 2024b).

(Akkelys Lukkes & Herbert de Bruijne, 2024) vermeldt dat het preadinius diverse scholingen en trainingen aanbiedt voor het personeel, op het gebied van sociale veiligheid en het omgaan met grensoverschrijdend gedrag. Deze professionaliseringsactiviteiten zijn zowel voor het onderwijspersoneel als het onderwijsondersteunend personeel. Ten aanzien van de sociale en fysieke veiligheid zorgen wij ervoor dat al onze medewerkers voldoende vaardig zijn in: omgaan met pesten, het voorkomen van agressie, het de-escaleren van agressie, het voeren van moeilijke oudergesprekken en het geven van collegiale feedback, Alle trainingen hierin zijn gericht op effectieve preventie, tijdige signalering en adequaat ingrijpen.

Uitgewerkte interview:





Reflectie:

Opstart

Wanneer ik terugkijk op de afgelopen weken krijg ik een goed gevoel, omdat ik direct in het begin van dit schooljaar de samenwerking met mijn klasgenoten heb opgezocht. Samen met Thomas en Tessa zijn we verschillende keren bezig geweest met ons challenge plan. Ik ben oprecht blij met mijn samenwerking met hen. Zij zijn bereid om oprechte feedback en ideeën te geven waar ik daadwerkelijk wat aan heb! Daar ben ik dankbaar voor!

Toen ik mijn zelfanalyse begon op te stellen heb ik klasgenoten gevraagd die mij van dichtbij hebben zien lesgeven of ze mij in 3 woorden konden vertalen als sportleraar. Ik heb hele leuke feedback gekregen wat mij heel blij maakt. Ik zie dit toch als een waardering voor de tijd die ik in mijn lessen heb gestopt. Ook heb ik voor mijzelf beschreven hoe ik een sportleraar voor mij zie. Hier had ik nooit echt bij stil gestaan, maar ik vond het wel heel leuk om dit voor mijzelf te beschrijven. Ik heb voor mijzelf de ideale sportleraar gecreëerd door docenten uit mijn verleden te pakken die veel impact op mij hebben gehad, docenten die ik zie als voorbeeld.

Leerdoel

Wat mij het meest is bijgebleven van docenten die impact op mij hebben gemaakt is dat ze vertrouwen in mij hadden. Ik had een goede band met deze docenten en ze toonden empathie. Hier haalde ik veel waardering uit. Nu is het zo dat ik mijn leerdoel hier ook op heb gebaseerd. De docenten die impact op mij hebben gehad hadden 1 ding gemeen. Zij wisten mij te motiveren. Ik wil mijn toekomstige leerlingen hetzelfde meegeven. Ik wil dat de leerlingen onbewust door mij extra hun best gaan doen. Dat zou mij heel gelukkig en trots maken.

Stageplek

Het heeft een lange tijd geduurd voordat ik te horen kreeg waar ik samen met Thomas stage mag lopen. Toch bleef ik tegen mijzelf zeggen dat ik niet niks mocht doen. Dit heeft mij gelukkig veel opgeleverd. Zo heb ik een onderzoek gedaan naar het LO binnen het VO, leerling kenmerken VO en bepaalde wettelijke kaders binnen het VO. Ik merkte dat ik over deze onderwerpen al kennis had, maar ik ben oprecht ook wijzer geworden in andere kennis. Terwijl ik bruikbare bronnen uit de boeken wilde halen ben ik toch nog even verder gaan lezen, ook al was dit stof niet passend bij mijn onderzoek. Het voelt fijn om weer bezig te mogen zijn.

En daar was het! Mijn stageplek werd bekendgemaakt. Het Preadinius Gymnasium. Ik merkte direct dubbele gevoelens. Aan de ene kant super om een stageplek te krijgen op het VWO. Na mijn mening een hele serieuze job. Een hele grote kans dat dit toekomstige professors worden. En na mijn onderzoek naar deze school bleek mijn gevoel ook juist te zijn. Het is een hele hechte school, waarbij ze alles heel serieus nemen. Ook wordt er heel veel verwacht van ons als leraren. Ook neem ik aan dat hier een heel ander cultuur is dan op het VMBO, van waar ik vandaan kom. Ik zei direct tegen mijzelf dat ik eerst de kat uit de boom wil kijken. Het lijkt mij een hele leuke uitdaging en een leuke nieuwe ervaring!

Eigen ontwikkeling

Door dit plan heb ik mijzelf ontwikkeld in verschillende leeruitkomsten. Zo ben ik bewust en onbewust bezig geweest met de leeruitkomsten professionele identiteit, onderzoekend vermogen en samenwerken met collega’s.

Wanneer ik terugblik op mijn professionele identiteit, heb ik mijzelf hier zeker in ontwikkeld. Ik heb een ontwikkeling analyse formulier opgesteld. Deze is nog niet ingevuld voor een 0 meting, doordat ik nog geen stage heb gehad. Ik heb mijzelf hier wel in ontwikkeld doordat ik al actief bezig ben geweest met wat er van mij wordt verwacht binnen de opleiding. Ook heb ik voor mijzelf al verscheidene strategieën opgesteld om mijn leerdoelen te behalen. Dit geeft mijzelf rust en dit zal mijzelf helpen om mijn leerdoelen te behalen. Verder heb ik mijn leervragen gebaseerd op mijn mindere sterke punten. Ook vind ik dat ik een onderzoekende houding heb getoond door verscheidene bronnen te gebruiken.

Wanneer ik terugblik op mijn onderzoekend vermogen, heb ik mijzelf hier zeker in ontwikkeld. Ik heb vanaf het begin direct een onderzoekende houding gehad. Verder heb middels verscheidene bronnen een analyse opgesteld.

Wanneer ik terugblik op mijn samenwerking met collega’s, heb ik mijzelf hier zeker in ontwikkeld. Ik heb de samenwerking opgezocht met klasgenoten. Wij zijn diep op de inhoud van dit plan gedoken en hebben elkaar nuttige ideeën en feedback gegeven. Wij kennen elkaars kwaliteiten en valkuilen heel goed. Zo hebben we elkaar een extra handje kunnen helpen waar dat nodig was. Gezamenlijk hebben we veel aan elkaar gehad.





Feedback medestudent:

Naam: Tessa Eninga

Datum Inzending sep, 29 2024 21:12

1 = slecht 2 = kan beter 3 = goed 4 = zeer goed 5 = uitstekend

Het verslag ziet er verzorgd uit

1 – 2 – 3 – 4 – 5

De leerdoelen zijn realistisch en haalbaar

1 – 2 – 3 – 4 – 5

Er is een duidelijk strategie om de leerdoelen te behalen

1 – 2 – 3 – 4 – 5

Er zijn genoeg (correcte) bronnen gebruikt tijdens de werkveldanalyse

1 – 2 – 3 – 4 – 5

Er is voldoende gereflecteerd tijdens de reflectie

1 – 2 – 3 – 4 – 5

Extra tips en tops:

Als eerste complimenten naar de manier waarop jij dit datapunt beschreven hebt. Vorig jaar had je hier wat moeite mee om het persoonlijk te maken, waar je het hier hebt laten terugkomen. Ook heb je duidelijk onderzoek gedaan en heb je je best gedaan zonder stageplek wat niet iedereen zou doen. Tevens zou je bij je leerdoelen iets kleinere stappen kunnen bedenken, wat je dan ook echt kan aantonen. Ik mis een beetje de dingen die je gaat ondernemen wat buiten school ook is, zodat jij je als toekomstig sportdocent kan ontwikkelen. Verder ben je echt goed op weg en dat valt te zien! Als laatste is je leerdoel heel persoonlijk en past bij jou!

 




Literatuurlijst:

Bronnen:

Wat zijn de uitgangspunten voor het beroepsprofiel? (z.d.). https://kvloberoepsprofiel.nl/wat-zijn-de-uitgangspunten-voor-het-beroepsprofiel/

Bewegen en sport in het voortgezet onderwijs. (z.d.-b). Gezonde School. https://www.gezondeschool.nl/voortgezet-onderwijs/bewegen-en-sport

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (2024, 15 maart). Aantal uren lichamelijke opvoeding. Voortgezet Onderwijs | Inspectie van het Onderwijs. https://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijssectoren/voortgezet-onderwijs/aantal-uren-lichamelijke-opvoeding

Missie, visie en kernwaarden - Praedinius Gymnasium. (z.d.). https://www.praedinius.nl/missie-visie-en-kernwaarden/

Praedinius Gymnasium. (2024). SchoolGids 2024 – 2025. https://praedinius.nl/contentfiles/praedinius/Document/21/20599.pdf

Athenespelen 2024 - Praedinius gymnasium. (z.d.). https://www.praedinius.nl/athenespelen-2024/

Akkelys Lukkes & Herbert de Bruijne. (2024). Schoolveiligheidsplan Openbaar Onderwijs Groningen. In Praedinius Gymnasium (pp. 1–6). https://praedinius.nl/contentfiles/praedinius/Document/16/16422.pdf

Boeken:

Geerts, W., & van Kralingen, R. (2011). Handboek voor leraren. Coutinho.

Feldman, R (2026). Ontwikkelingspsychologie. Benelux: Pearson (8e editie)

Factsheet 1 & 2:

Groei Onderwijsadvies. (z.d.). Leerlingkenmerken per uitstroom naar VO. In Studiedagen [Report]. https://www.groei-onderwijsadvies.nl/wp-content/uploads/2022/04/leerlingkenmerken-uitstroom-versie-2021.pdf

Figuren:

Figuur 1:

De brede professionele basis. (z.d.). https://kvloberoepsprofiel.nl/brede-professionele-basis/

Figuur 2:

Wikipedia contributors. (2024, 3 september). Mindset. Wikipedia. https://en.wikipedia.org/wiki/Mindset