Bekwaam in vakmatige ontwikkeling
(o.b.v. onderzoekend vermogen)
Inhoudsopgave:
Gedragingen
Terugblik
Bewijslast
Vooruitblik
Bronnen
Gedragingen:
De sportleraar:
- Voert onder begeleiding onderzoek uit, waarbij hij een deel van de interventiecyclus doorloopt om de kwaliteit van zijn professioneel handelen en/of de beroepspraktijk te verbeteren
- Heeft een onderzoekende houding. Hij durft daarbij risico's te nemen
- Signaleert, analyseert en definieert onder begeleiding problemen die hij in zijn beroepspraktijk tegenkomt en stelt hierover betekenisvolle, deels aangereikte, vragen. Op basis van deze vragen zoekt, selecteert, analyseert, synthetiseert en interpreteert hij informatie op beroeps- en onderzoeksethische wijze
- Stelt op basis van de deels aangereikte onderzoeksvraag, de analyse en de deels aangereikte theorieën en praktijkkennis een passende onderzoeksopzet en methode voor. Aan de hand van deze onderzoeksopzet en methode verzamelt en analyseert hij data waarmee hij antwoord kan geven op de onderzoeksvraag. Hij geeft helder weer op welke wijze hij heeft gehandeld
- Blikt terug of de gekozen oplossing het gewenste effect heeft
- Stelt zijn professioneel handelen bij op basis van de zijn bevindingen en deelt zijn bevindingen et anderen betrokkenen
Terugblik:
Op welke manier ben ik met deze leeruitkomst aan de slag geweest?
Om aan te kunnen tonen dat ik aan de bekwaamheid ‘’onderzoekend vermogen’’ voldoe heb ik dit semester een onderzoek uitgevoerd op basis van gegeven feedback. Hierbij is gebruik gemaakt van een theoretisch kader. Om dit op een navolgbare wijze uit te voeren heb ik een onderzoekende houding aangenomen waarbij ik risico’s durfde te nemen. Zo heb ik op de feedback van mijn stagebegeleiders een probleemstelling geformuleerd en een praktijkonderzoek gestart. Op de uitkomst van dit onderzoek heb ik een vraagstuk geformuleerd en een les samengesteld. Voor de probleemstelling en het vraagstuk heb ik een passende methode gebruikt om achter de nodige informatie te komen middels VRAAKK. Zo heb ik vanuit verschillende invalshoeken informatie geworven. Op de gewenste uitkomsten heb ik gereflecteerd.
Waarom draagt dit allemaal bij aan mijn ontwikkeling in mijn onderzoekend vermogen?
Door echt een onderzoekende houding aan te nemen heb ik verscheidene acties moeten ondernemen die ik normaal gesproken niet zou doen. Zo heb ik leerkrachten van verschillende vakken mogen interviewen en ben ik een uur op pad geweest om informatie te krijgen van de leerlingen van het Preadinius. Normaal gesproken zou ik in mijn eigen comfort zone blijven. Docenten van een ander leervak aanspreken voor informatie is nu een vaardigheid die ik mij eigen heb gemaakt. Ook heb ik een leerling geïnterviewd en 20 leerlingen een enquête in laten vullen. Dit is ook de eerste keer dat ik dit heb gedaan. Dit is mij positief bevallen en zal daarom vaker gebruik maken van leerlingen om achter de nodige informatie te komen. Ook heb ik een praktijkonderzoek gedaan en gewerkt met een evidence based lesvoorbereiding. Dit heeft bijgedragen aan mij onderzoekend vermogen omdat ik nu aan kan tonen dat ik vanuit een probleemstelling en vraagstuk een onderzoek kan opstarten en achter de nodige informatie kan komen.
Hoe heb ik mijzelf hierin ontwikkelt?
Mijn persoonlijke leerdoel vanuit vorige semester richting semester 3 was, om meer relevante bronnen te gebruiken. Zo kan ik de bronnen met elkaar vergelijken en kan ik de belangrijkste informatie verwerken. Ook kan ik dan meer informatie verwerken. Zo kun je zien dat ik in mijn POP onderzoek vanuit verscheidene invalshoeken informatie heb geworven. Zo heb ik een BOK docent geïnterviewd, literatuur uit het boek, literatuur van het internet, eigen observatie, interview met stagecoach en gekeken naar de wensen van de klas zelf.
Ook kan ik een lesvoorbereiding maken onderbouwt met actuele bronnen en informatie.
Wat ging er goed?
Waar ik het meest trots op ben is mijn praktijkonderzoek. Ik heb van gekregen feedback een praktijkonderzoek kunnen opstarten. Hierdoor heb ik nieuwe kennis gekregen in wat ik momenteel toepas in mijn lessen. Ook heb mezelf een vaardigheid aangeleerd door leerlingen en leerkrachten van een ander leervak als informatiebron te gebruiken.
Waar ben ik minder tevreden over?
Waar ik minder tevreden over ben is dat ik mijn beide stagebegeleiders niet gebruikt heb als informatiebron, als het gaat om lesinhoud volleybal en minitrampoline. Zij zijn daar erg bekwaam in. Ik kan mijn kennis verbreden door met hun in gesprek te gaan over betreffende onderwerpen. Hun kennis zou ik dus terug kunnen koppelen in de lesinhoud van mijn lessen.
Koppeling bewijslast:
(Figuur 7, Theoretische kader)
(Figuur 8, Theoretische kader)
Probleemstelling geformuleerd:
(Figuur 1, Probleemstelling)
(Figuur 2, Praktijk vraagstuk)
(Figuur 3, Onderzoeksplan)
(Figuur 4, Onderzoeksplan)
(Figuur 5.1, Conclusie praktijkonderzoek)
(Figuur 5.2, Conclusie praktijkonderzoek)
(Figuur 6, Conclusie onderzoek)
Vooruitblik:
Op welke manier ga jij je verder ontwikkelen voor deze leeruitkomst?
Waarin ik mijzelf nog meer in wil verbeteren is, om mijn stagebegeleiders te gebruiken als informatiebron als het gaat om lesinhoud volleybal en minitrampoline. Nu heb ik hun wel gebruikt om als informatiebron voor mijn praktijkonderzoek maar niet voor de lesinhoud.
Wat zijn jouw leerpunten voor het volgende semester?
Ik kan mijn kennis verbreden door met hun in gesprek te gaan over betreffende onderwerpen. Welke kennis en vaardigheden ik wel en niet moet aanbieden als het gaat over volleybal en minitrampoline. Ook zouden hun mijn kennis kunnen verbreden door het geven van leerzame oefenvormen. Hun kennis zou ik dus terug kunnen koppelen in de lesinhoud van mijn eigen lessen.
bronnen:
Figuur 1: Probleemstelling
Figuur 2: Praktijk vraagstuk
Figuur 3 Onderzoeksplan
Figuur 4: Onderzoeksplan
Figuur 5.1: Conclusie praktijkonderzoek
Figuur 5.2: Conclusie praktijkonderzoek
Figuur 6: Conclusie onderzoek
Figuur 7: Theoretische kader
Figuur 8: Theoretische kader